Terschelling grenst ten noorden aan de Noordzee; ten zuidwesten ligt Vlieland en ten oostenAmeland. De totale strandlengte is 30 kilometer en de totale lengte van de fietspaden is ruim 70 kilometer.
Terschelling bestaat voor bijna 80% uit natuurlijk duinlandschap en kwelders. De duinen en kwelders zijn sinds 1909 in beheer bij hetStaatsbosbeheer. Het westelijke deel van het eiland, deNoordsvaarderis ontstaan uit een zandplaat die rond 1850 met het eiland verheelde. DeKroonpolders ten noorden van West-Terschelling zijn ontstaan tussen 1921 en 1929 door de aanleg van stuifdijken. Andere duingebieden op Terschelling zijn het Griltjeplak, de Landerumerheide en de Koegelwieck. In de natte duinvalleien van Terschelling komt de cranberry of Amerikaanse veenbes voor. Deze uit Amerika afkomstige plant belandde op het eiland nadat een vat met bessen in 1845 aanspoelde. Op Terschelling wordt de cranberry nog Pieter Sipkesheide genoemd, naar de vinder van het vat, Pieter Sipkes Cupido. De cranberry verwilderde en werd door botanicus Franciscus Holkema in 1868 ontdekt in een duinvallei met de naam Studentenplak. De pluk van cranberry’s is op Terschelling verpacht aan het bedrijf Cranberry Cultuur Skylge.
bron: wikipedia